Wat het Westen van het Oosten kan leren
Wat het Westen van het Oosten kan leren – Tijdens het lezen in Basisboek Chinese Geneeswijzen, kwam ik de volgende passages tegen die wat mij betreft actueler zijn dan ooit en die ik graag met jullie deel. Voor een ieder die interesse heeft om hier meer over te weten kan ik dit boek van harte aanbevelen, net zoals de daaruit voort vloeiende behandelingen zoals Acupunctuur, Shiatzu en Homeopathie.
“Vandaag de dag, terwijl de beschaving steeds maar complexer wordt, is on dagelijks leven gecompartimenteerd. We zijn verplicht om op ons werk onze emoties in bedwang te houden en leren van jongs af aan om ons lichaam stil te houden. Ons spirituele leven wordt vaak ontkracht door de noodzaak van economische voortbestaan. Families zijn geisoleerd van een steunende gemeenschap en kunnen de zorg voor huishouden en kinderen niet meer collectief aanpakken. Veel vaders wonen niet in hetzelfde huis als moeders, en velen hebben geen aandeel in het leven van hun kinderen. De betekenis van familie en gemeenschap is ongrijpbaar geworden en hun beschermende schil fragiel. We worden makkelijk naar meegaandheid gedreven en ontmoedigd om zelf een plan te trekken dat gericht is op een cooperatief nastreven van fundamentele verandering. Onderwijs richt zich op het aanleren van acceptatie, wedijver en conformeren in plaats van vragen stellen, samenwerken en uitvinden – als jonge mensen krijgen we niet genoeg oefening in het gebruik van onze eigen stem of datgene in twijfel trekken wat vaststaat.
Door te kiezen tussen alternatieven die elkaar uitsluiten, versplinteren we onze wereld in winnaars en verliezers, heren en slaven, superieuren en inferieuren, rijkaards en arme sloebers. Dergelijke hierarchische verdelingen worden versterkt door een moraliteit gericht op het eigenbelang. We kiezen tussen wat goed is voor de geest OF het lichaam, voor mij OF voor jou, mijn zaak OF het milieu, mijn nationale veiligheid OF de jouwe, doelen en middelen. We verdedigen met veel branie en stelligheid wat we arbitrair uitroepen tot ‘de goede kant’ van deze papieren muur. Liever dan het eerbiedigen van onze verschillen, met wederzijds respect, verwarren we gelijke kansen met gelijkvormigheid, we verpletteren onze diversiteit en veroordelen onszelf tot de banaliteit van een massale monocultuur. In plaats van de wereld te beschouwen als een levend organisme zien we haar als een machine die die bestaat voor ons kortetermijnvoordeel en -gerief. We ervaren onszelf als radertjes in een machine, en niet als cellen in een levend organisme. In plaats van wederzijdse afhankelijkheid van alle levende wezens te erkennen en deelgenootschappen aan te gaan, creeren we instellingen waarmee de ene soort, ras of natie de ander overwint en domineert.
Deze versplintering van onze uiterlijke wereld vindt weerklank in ons innerlijk leven, door hoe we onszelf ervaren. We missen interpretatiesystemen die onze diepste ambities verbinden met onze persoonlijkheid en de vorm en werking van ons lichaam. We missen een taal die ons fysiek, emotioneel en spiritueel leven vertelt als een naadloos ononderbroken verhaal. Specialisten worden getraind om aparte onderdelen te behandelen, maar is er niemand om ons te helpen de relaties tussen de delen te vatten. Gevoelens van onsamenhangendheid bestaan in ons, tussen ons en boven ons, als mensen in relatie tot de kosmos. In de afgelopen eeuwen hebben we de band verbroken die we hadden met de natuur – hemel en aarde – waardoor we onszelf beroofden van het gevoel erbij te horen dat we ooit voor heilig hielden. Ooit, toen we deel waren van een andere kosmologie, wisten we dat ons persoonlijke lot niet los stond van het dansen van de wolken, het zingen van de wind, de eeuwige onrust van de golven in de oceaan, de pracht van de kastanjetakken die zich uitstrekken naar het licht.
In de absolute breuk tussen zelf en de ander is het probleem geboren. De ander werd ‘natuur’, ‘vrouwen’, ‘kinderen’, ‘kleurlingen’, ‘buitenlanders’. We bestaan als geslachten, naties en culturen in een dynamische spanning en een gevoelig ecologisch evenwicht. Als we deze kennis volledig zouden overdenken, zouden we erkennen dat het schaden van een ander betekent het schaden van onszelf. En het misbruiken van onszelf betekent het verwonden van een ander. Volgens deze logica is het net zo onaanvaardbaar om anderen te onderwerpen en exploiteren als om datgene gevangen te houden wat binnen in ons vecht om gehoord te worden. Als we vrijheid definieren als de ongeschonden staat van relaties, dan zou ook het ik worden gezien als een relatie. Niet als enkele eenheid. En vrijheid zou voor ons allen bestaan, niet uitsluitend voor mijzelf.
Zodra we erkennen en aanvaarden dat alle dingen met elkaar verwant zijn, verandert de manier waarop we ons onderzoeksproces vorm geven. De relevante vraag wordt: hoe werkt een relatie? De lens van intelligentie is net zo buigzaam als die van het oog: we kunnen onze aandacht wisselend richten op de relatie tussen Milt en Lever, Bloed en Qi, rusten en doen, opnemen en elimineren, spreken en luisteren, burger en regering, consument en producent, student en leraar. Samenwerking en partnerschap zijn kenmerken van productieve en gezonde relaties. Dit betekent dat in het lichaam Lever moet worden heropgevoed als en wanneer hij de Milt overheerst. De Milt mag op zijn beurt de Nier niet tiranniseren, en de Nier mag het Hart niet koeioneren. Slechte relaties creeren disharmonische patronen. Ambitie (Hout) mag niet sterker worden dan medeleven (Aarde), mededogen (Aarde) mag onze visie (Water) niet blokkeren en de niet aflatende zucht naar kennis (Water) mag ons naieve gevoel van verbazing (Vuur) niet blussen.”
Bron: Basisboek Chinese Geneeswijzen – Theorie, typologie en therapie – Harriet Beinfield & Efram Korngold
No comments yet.