Ode aan de Stilte
Ode aan de stilte / Waarom ik niet in Amsterdam ga wonen, wordt mij met enige regelmaat gevraagd. Als redacteur is de stad tenslotte de bakermat van mijn werk, zo zegt men. Maar ik word alleen maar nerveus van al die drukte, al dat geluid, al die mensen, al die auto’s, al die stemmen, al die prikkels. Ik ben liever in de natuur, en dan liefst daar waar ik – behalve dieren – helemaal niemand tegen kom en waar – behalve natuurgeluiden – niets te horen valt. Grappig genoeg kom ik ook steeds meer mensen tegen die dat gevoel met me delen. En dat vind ik niet zo gek, want we leven in een van de drukst bevolkte en volgebouwde landen ter wereld. Stilte is hier een luxegoed, want als je goed luistert, is het in Nederland bijna nooit echt stil. Je hoort altijd wel iets: vliegtuigen die (steeds lager lijkt wel) overvliegen, treinen, de radio die boem-boemt in de auto die passeert, brullende kinderen, de gemeentereiniging die met ronkende bladblazers rondloopt en de pingen en ringtones van mobieltjes…
Veruit de meeste klachten bij de politie gaan over geluidsoverlast, bedacht ik me toen ik een paar weken geleden tot half drie wakker lag omdat een van de buurtjongens – een straat verderop nota bene – zestien werd. Zijn feestje werd, omdat het nog zo mooi nazomerweer was, niet binnen maar buiten op straat gevierd. Een groep van zo’n dertig jongeren werd naarmate de alcohol vloeide, steeds ‘vrolijker’ en luidruchtiger. En niet alleen de directe buren, maar de hele buurt last had van hun ‘feestgedruis’, lees geluidsvervuiling. Je begrijpt, ik stond ook al met de telefoon in mijn hand. Maar bedacht dat ik ook ooit zestien was. En: dat het vooral mijn boze gedachten waren die me wakker hielden. En greep toen maar naar mijn oordopjes…
Ongewenst lawaai is een van de meest irritante aanslagen op onze zintuigen. Het is overal om ons heen en moeilijk uit te bannen, omdat je met oordoppen meteen alles uitbant, ook het gewenste geluid. Ook bij restaurants staat ‘herrie’ in de top tien van meest gehoorde klachten. Daarom zijn er in de trein bijvoorbeeld stiltecoupe’s uitgevonden, bestaan er stiltezones en stilteoorden op vakantiebestemmingen, doet men goede zaken met ruisonderdrukkende koptelefoons en worden auto’s en huishoudelijk apparatuur aangeprezen als de ‘stilste’ in hun soort. Stilte is daarmee handelswaar geworden, we willen er zelfs voor betalen…
De zoektocht naar stilte is misschien wel de meest extreme uiting van onze behoefte om afstand te nemen van de herrie die het moderne leven met zich meebrengt. En hoogst waarschijnlijk ook vooral van onze eigen continue ‘kleppende’ linkerhersenhelft. Meditaties, in welke vorm dan ook, zijn erop gericht om de innerlijke stem, dat irritante stemmetje dat voortdurend in je hoofd rondzoemt en van wie velen denken dat het hun ‘ik’ is, het zwijgen op te leggen. Het ‘ikje’ of het ego is voortdurend aan het be- en veroordelen. Het vindt overal iets van, ventileert constant meningen en ben je je er niet bewust van, dan is je tong maar al te gewillig om al dat blablabla ook te verbaliseren. Adrem zijn, overal een antwoord op weten: het wordt in onze moderne tijd gezien als een kwaliteit. Waarvan je je kunt afvragen of dat wel zo is…
Tijdens een aantal stilteretraites bij Isaac Shapiro die ik tussen 2008 en 2013 volgde, ‘leerde’ ik hoe fijn het is om nu juist eens een week niet te praten. Om de rechterhersenhelft, dat deel dat gevoelig is, voelt en verbinding zoekt, aan het ‘woord’ te laten. En gewoon stil aanwezig te zijn bij alles wat er gebeurd. Om me geen mening te vormen, mijn gedachten niet te volgen. Maar ze gewoon te laten zijn wat ze zijn. Oordelen van wat goed en fout is, vallen hiermee weg, er ontstaat ruimte, het zwart-wit denken krijgt allerlei andere, mooie kleurtjes, je ziet je medemens meer als een deel van jezelf. Waardoor er een eenheidsgevoel met alles en iedereen ontstaat. Ik kon me in iedereen herkennen, terwijl ik nog nooit met ze had gepraat. Misschien juist omdat ik niet met ze had gepraat. Het voelde als ‘een warm bad’, als een heel natuurlijke staat van zijn. Die staat zoek ik steeds meer op, en ik merk dat dit me ook in mijn werk helpt. In de stilte komen de beste ideeen bovenborrelen, ideeen die me – als ik in de drukte van mijn hoofd zit – totaal ontgaan. De beste ideeen krijg ik als ik op toilet zit: even alleen, even geen geluiden, even ‘verstand’ op nul. Of dus in de natuur en in gezelschap van dieren.
Daarom ben ik ook zo blij met een fenomeen als De Dag van de Stilte, vandaag de 26ste oktober 2014. Hierbij wil ik dan ook de initiatiefnemers hartelijk danken. Namaste en Happy Silenceday!
Mooie gedachte. Ik ben er stil van…