Cat’s Claw voor een betere weerstand
Vandaag een post over een van mijn favoriete middeltjes om de weerstand te verhogen: Cat’s Claw. Lekker toepasselijk voor een kattenvriendin natuurlijk, de vertaling luidt kattenklauw of katsklauw. Uiteraard trek ik geen bouillon van de nagels van mijn katten, maar het is de naam van een plantje met uitsteeksels die op kattenklauwtjes lijken. Het is een supermiddel om – vooral in de winter – regelmatig te slikken omdat het witte bloedcellen stimuleert. Je neemt het als je verkouden of grieperig bent, chronische pijn hebt of ontstekingen – bijvoorbeeld jicht of artritis, als je last hebt van hartnekkige virussen, hoge bloeddruk, hartproblemen, en een vervuild lichaam en rimpels. Er wordt zelfs gezegd dat het kanker kan bestrijden.
Kattenklauw werkt in ieder geval sterk ontstekingsremmend door de vele phytochemicaliën die in de plant aanwezig zijn. Daarnaast bevat het sterolen die in het lichaam reageren als steroïden en dit kan zwellingen tot de helft verminderen. De darmen, de belangrijkste organen voor onze weerstand, blijven schoon als je kattenklauw gebruikt. Niet schoon in de zin van steriel, maar de plant zorgt er juist voor dat er meer goede bacteriën in de darmen worden aangemaakt waardoor ze ‘slechte’ bacteriën kunnen overwinnen.
Cats Claw blijkt een goede invloed te hebben op het verouderingsproces: het houdt je lichaam en de huid jong dankzij de grote aanwezigheid van anti-oxidanten. Ik ben het destijds gaan slikken omdat ik vaker last had van een koortslip: ook een teken dat je weerstand niet helemaal oke is. Maar ook bij heftigere kwalen als kanker kan het kattige plantje ondersteunend werken. Het schijnt de ziekte niet alleen te bestrijden, maar helpt ook bij het herstel van weefsels na bijvoorbeeld chemotherapie.
Momenteel slik ik Cat’s Claw van het merk Solgar, in pilvorm, maar het is ook hier te koop, in poedervorm en van biologische herkomst. Een fijn idee, dat laatste.
Ook toevallig. Ik vond net een potje en vroeg mij af waar het voor was…. Snel gaan slikken maar! Dank je wel Viola!