Vaak verbaas ik me over het feit dat we met een raket naar de maan kunnen, maar dat voor sommige huis-tuin-en-keuken kwaaltjes nog geen geneesmiddel gevonden schijnt te zijn. Neem herpes simplex 1 oftewel de koortslip. Van de huisarts kreeg ik altijd te horen dat er – behalve de nodige koortslipcremes in die veel te kleine tubes – niets op de markt is dat besmetting of het uitbreken van dit virus kan voorkomen en/of genezing kan bevorderen.

Herpes simplex is, net als verwante herpessen zoals herpes zoster, herpes genitalis (herpes simplex 2), waterpokken en gordelroos, een virus dat na een eerste besmetting je hele leven latent aanwezig blijft in je zenuwbanen. Er zijn inmiddels 100 verschillende herpesvirussen bekend en 50-70% van de bevolking blijkt – als het er niet meer zijn – drager te zijn. Bij velen openbaart zich de koortslip onder invloed van zonlicht, menstruatie, stress en/of verminderde weerstand, dus ik weet inmiddels dat ik gewoon een tandje terug moet schakelen als ik een koortslip voel aankomen. Vroeg naar bed, (nog) gezond(er) eten – zeker geen suiker en alcohol – en veel groene groenten is dan de remedie.

Toch vond ik onlangs iets dat het echte doorbreken van de koortslip wel aardig voorkomt: L-Lysine. Het is te koop bij vitaminewinkels en het kan geen kwaad om dit regelmatig – als een voedingssupplement – te slikken. L-Lysine is namelijk een aminozuur dat met name in dierlijke eiwitten voorkomt. Het remt de ontwikkeling van de virusdeeltjes van herpes. Het helpt omdat mensen die geen of weinig vlees eten – zoals ik – vaak een Lysinetekort hebben. Maar ook mensen die niet vegetarisch zijn en vaak een koortslip hebben, kunnen baat hebben bij het slikken van extra L-Lysine. Waarom vertelt/weet die huisarts dit niet? 🙁

Ten tijde van koortslip kun je rustig 1000-2000 mg L-Lysine per dag gebruiken. Ter preventie is 500-1000 mg voldoende. Belangrijk hierbij is ook om op de voeding te letten. Herpes wordt namelijk bevorderd door een ander aminozuur: Arginine dat zit in chocolade, carob, volle granen, noten, zaden, haver, kokosnoot, pinda’s, gelatine, uien en champignons. Idealiter zou je dus L-Lysinerijk moeten eten en Argininearm. Voedingsmiddelen met een goede lysine-arginine-verhouding zijn dierlijke eiwitten zoals vis, kip, rundvlees, lamsvlees, melk, kaas en eieren, net als in bonen, gierst, avocado, biergist en taugé.

Ik zou alle huisartsen van Nederland dus op het hart willen drukken: informeer je eens beter! Want er zijn voor veel kwaaltjes heus middeltjes – die niet direct uit de pharmaceutische industrie, maar gewoon uit de natuur komen – die wel degelijk werken.