Mens-zijn in 3D
Tijdens een spiegeloefening zei degene die tegenover me zat: ‘Als ik in jouw linkeroog kijk, krijg ik een heel ander gevoel dan wanneer ik in het rechter kijk. Links voelt zacht, vol overgave, er is een versmelting, vrouwelijkheid. Kijk ik in je rechteroog, dan geeft mij dat een hard gevoel, het kijkt oordelend en kritisch.’ Behalve een mooi, open statement over hemzelf, was het ook een mooie observatie van de multi-dimensionele mens die ik ben. Ik herkende mezelf erin en ik besefte weer eens te meer dat we allemaal meerdere facetten in ons dragen, als prachtige geslepen diamanten, of we die nu altijd laten zien of niet.
Velen van ons, mezelf incluis, zetten in de buitenwereld veelal liever dat zogenaamde ‘mooie’ maskertje op. In de meer oppervlakkige contacten zijn we dan vriendelijk en lief. Ik weet ook dat dit vaak wel prettig voelt, alsof ik dan ‘op mijn best’ ben. Het is ook een kant die de maatschappij graag bij vrouwen ziet: plooibaar, vriendelijk, attent. De gewenste kant. Maar die ‘harde’ kant is er ook en wil gezien worden. Irritatie, boosheid en je gedachten in de vorm van meningen onderdrukken werkt niet. Eerlijk-is-eerlijk: ook streng, hard en ‘mannelijk’ zijn voelt voor mij regelmatig goed en gepast. Die kanten horen net zo bij mij als de softe. Juist over de mensen om wie ik geef – ver of dichtbij – doe ik graag uitspraken over wat mij opvalt aan de houding of het gedrag van deze geliefde persoon. Als sterrenbeeld Maagd kan ik dat op een tikkeltje belerend toontje doen. Vooral dat laatste vind ik niet zo’n leuk trekje. Veel mensen vatten het namelijk op als ‘Ze houdt niet (meer) van me’ en schrikken ervan. Help, die leuke, vriendelijke blondine zegt opeens iets ‘naars’. . En nemen afstand. De vinger is op de zere plek gelegd en dat voelt kwetsbaar en naakt. De plek die je probeerde te verstoppen wordt zichtbaar, aiaiai…. De zwarte Piet wordt dan al gauw uitgedeeld.
Ik ken dat fenomeen goed. Als anderen kritiek op een afwezige derde persoon hebben, kan ik bijvoorbeeld tamelijk vinnig worden. Ik schiet dan in een soort plaatsvervangende verdedigingshouding en zeg wat ik daarvan vind. Goed bedoeld natuurlijk, maar het komt wel betweterig over en tja, de weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. De waarheid is dat mijn eigen ‘zere plek’ wordt aangeraakt. Ja, ik laat mezelf er ook wel eens toe verleiden om mijn kritische bevindingen over iemand – die er niet bij is – tegenover een derde te uiten. Roddelen noemen we dat. En nee, dat vind ik niet ‘mooi en lief’ aan mezelf. Viola in 3D… Wat ik wel weer leuk aan mezelf vind, is dat ik in de loop der jaren steeds beter leer om mijn oordeel of kritiek wat beter te ‘verpakken’. Het is tenslotte de toon die de muziek maakt. Kon ik vroeger heerlijk mijn tong slijpen aan iedereen die mijn pad kruiste en iemand keihard afbranden, daar kies ik mijn woorden nu zorgvuldiger en bewuster. Uit eigen ervaring weet ik dat woorden wel degelijk pijn kunnen doen. Zo let ik er nu bijvoorbeeld op dat ik mijn kritiek geef als zijnde ‘van mij’, en laat het vooraf gaan met woorden als s ‘Ik vind’ of ‘Ik ben van mening’. Ook zal ik de woorden ‘altijd’ en ‘nooit’ niet zo gauw gebruiken. Ze zijn te zwart/wit en het leven is dat niet; het zit vol grijsschakeringen.
Wat me tegenwoordig gelukkig ook steeds vaker overkomt, is dat ik het geven van mijn mening of oordeel uitstel, of helemaal voor me houd. Het is gewoon niet in iedere situatie gepast en niet iedere persoon wil het ontvangen. Ik besef ook dat kritiek en oordelen niet zo belangrijk zijn. Ze zijn niet ‘waar’ want ze veranderen van minuut tot minuut, van uur tot uur, van dag tot dag. Ze zijn vluchtig, als langstrekkende wolken. Het ene moment kan ik iets vinden, het volgende moment doet of zegt iemand iets waarvan ik denk: ‘Ja, inderdaad, zo kun je het ook zien’. En dan verandert mijn mening weer. De lading gaat er compleet af. Wat is dan nog waarheid?
Overigens ben ik er wel voor om kritiek en oordelen – respectvol – naar elkaar te blijven uitspreken. Ik houd ervan om met elkaar in verbinding en in gesprek te blijven. Niet weglopen voor de nare gevoelens – of dat ‘nare’ mens – maar ze recht, open en kwetsbaar aan blijven kijken. Soms moet je na het ontvangen van kritiek even pauze nemen om jezelf als het ware te ‘resetten’. Daar is respect en ruimte voor nodig en dat geef en ontvang ik graag. Dan kan ook het besef groeien dat er achter kritiek en oordelen slechts schapen in wolfskleren schuilen. De soep wordt niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Ik blijf daarom graag doorvragen en stel het ook op prijs als een ander dat bij mij doet. Je leert jezelf en elkaar op die manier beter kennen, het geeft het leven en het samenzijn meer diepte. Is er plek voor nuances, dan schept dat begrip en in dat proces kun je elkaar blijven liefhebben. Schaduw kan tenslotte niet bestaan zonder zon, sterker nog: ze bestaat omdat er zon is.
Namaste!
No comments yet.