Betweter af
Iedere keer verbaas ik me hoe slecht mensen voor hun eigen lichaam zorgen. Ze stoppen zich vol met transvetten en suiker, eten geen groente, sporten niet, roken de ene na de andere sigaret en zijn dan ook nog verbaasd als ze ziek worden. De medische wetenschap verdient ondertussen miljarden aan al die mensen, want die lopen de deur plat bij allerlei artsen. Waardoor de ziektekosten ook voor ons gezonde mensen de spuigaten uitlopen…
Hard plaatje hè? Dit is hoe ik denk over mensen die gedrag vertonen dat in mijn ogen niet goed voor ze is. Ik heb dat betweterige toontje in de afgelopen weken eens onder de loep genomen en kwam tot de conclusie dat ik mijn neus niet in andermans zaken moet steken. Want hoe kan ik nou in godesnaam weten wat goed is voor een ander? Dat kan ik dus niet weten. Ieder mens heeft zijn of haar eigen pad. Ik ben zelf ook ooit vijftien kilo zwaarder geweest dan nu en op dat moment had ik het niet eens zo in de gaten. Ik schepte drie keer op van die heerlijke pastasalade en at niet een paar dropjes maar een hele zak. Per dag. Heerlijk!
Anderen wezen me wel eens fijntjes op mijn uitdijende figuur, iemand die ik lang niet had gezien zei dan bijvoorbeeld dat ik erg ‘romig’ was geworden. Het maakte geen enkele indruk. Pas toen ik mezelf uiteindelijk op een foto terug zag en dacht: ‘Hee, vroeger zag ik er toch heel anders uit?!’ viel het kwartje. Na dat illustere moment – dat precies kwam op het juiste moment – was het niet meer zo lastig om mijn ‘normale’ gewicht terug te krijgen. Ik was gewoon helemaal vanzelf klaar met veel en ongezond eten en niet sporten.
Ook roken was ooit een gewoonte van mij. Ruim dertien jaar lang genoot ik ervan, vooral in de kroeg bij de nodige borrels. Ik was een absolute ster in kringetjes rook uitblazen en had mezelf de fijne kunst van het ‘sierlijk vasthouden van een sigaret en er tijdens conversaties interessant mee zwaaien’ eigen gemaakt. Soms rookte ik ‘zware bats’ en rolde zelf shagjes. Wat ik ook best een kunstzinnige uiting vond, vooral als ik er ook nog wiet tussen stopte. Dan kreeg je van die mooie toeters die je dan achter je oor kon steken. Het Marlboro-cowgirl effect met ‘kruiden’ sigaretten, zo vond ik. In de auto ging flink gas geven en muziek luisteren bovendien nog lekkerder op teer en nicotine. En dan gooide ik de peuk tijdens het rijden uit het schuifkanteldakje en keek hoe die tegen de voorruit van een achterligger uiteenspatte. Dat waren nog eens tijden.
Ze werden steeds vaker ruw verstoord door de hoestbuien waaraan ik me behoorlijk ging ergeren. Bovendien kreeg ik geen lucht bij dat heerlijke hardlopen, zwemmen, fietsen en seksen. En dus stopte ik op een mooie dag – nee, niet op 1 januari ofzo, het was ergens in mei – zomaar ‘cold turkey’ met roken. Het was klaar. Heb daarna nog wel eens wat sigaretjes van deze of gene gebietst (waarvoor dank iedereen), maar als je niet meer overtuigd rookt, dan kun je het beter helemaal laten. Met de jointjes was ik overigens al eerder gestopt. Kotsend boven de wc hangen terwijl je sterretjes ziet en daarna een paar uur trillend in bed liggen deden de truc: bad trip.
Je begrijpt mijn punt: je weet nooit of, hoe en wanneer het moment komt dat een persoon van bepaalde gewoontes afscheid kan nemen. Het is voor iedereen anders. En dus houd ik voortaan wijselijk mijn betweterige mond.
No comments yet.