Kunstschilder Marcel Bastiaans over spiritualiteit
Hij heeft een direct lijntje met de natuur en het intuïtieve en dat vertaalt zich in opmerkelijk kleurrijke en levendige schilderijen. De van oorsprong Eindhovense kunstschilder Marcel Bastiaans kan bovendien zeer onderhoudend vertellen over spiritualiteit. Zelfs jongeren komen graag naar zijn atelier – een oud klooster in Oirschot – waar hij zijn inzichten op zijn eigen, enthousiaste wijze deelt.
“Iedereen creëert zijn eigen werkelijkheid.”
Door Viola Robbemondt © House of TXT /Portretfoto’s Sytse Dijkstra/Schilderijen Marcel Bastiaans.
Vlakbij de St. Petruskerk in Oirschot staat het oude klooster waarin kunstschilder Marcel Bastiaans atelier houdt er vredig bij. In de gangen heerst een serene sfeer die een tikkeltje stoffig, maar op een bepaalde manier ook modern aanvoelt. Het gladde stucwerk vormt een brug tussen zware, antieke balken aan de muren en de ‘nieuwe wereld’. Op zolder huist Marcel wiens werkruimte dezelfde frisse, open uitstraling heeft als hijzelf. Het is er rustig, maar onder de oppervlakte borrelt en bruist er creatiefs. Op een tafeltje ligt ‘Een Goed Gesprek met God’ van Neale Donald Walsh, de radio fluistert relaxte jazzy klanken en de grond is bezaaid met opgedroogde verfvegen en spatten. Op de vide, met uitzicht op de hoge kamermuur waartegen schilderijen in diverse staten van afwerking leunen, prijkt een parmantig gietijzeren tuinsetje voor het raam.
Marcel: “Bij het zien van dit gebouw heb ik iedere keer zoiets van: ‘Wow, wat mooi!’ Als ik hier de trappen oploop, ‘hoor’ ik altijd zo’n mellowhouse deuntje waarin Patti Labelle meeblèrd: ‘Heaven!’ Vervolgens kom ik hier binnen, doe de deur achter me dicht en dan zit ik op een eiland. Dan is er stilte. Ook al zet ik vaak meteen een muziekje en het koffiezetapparaat aan, toch is er stilte. Het voelt veilig, als een soort cocon, als thuis, als op mijn gemak, als harmonie en rust. Als ik een vers doek pak, ben ik nooit bang dat het niet gaat lukken. Dat had ik voorheen wel eens. Dan voelde ik dat het een strijd werd en daar geloof ik niet in. Als ik moet strijden om iets te schilderen, dan pas ik uiteindelijk niet bij het resultaat.”
“Ik leer in deze ruimte steeds beter naar mijn intuïtie te luisteren,” gaat Marcel, die gezegend is met een jongensachtig uiterlijk, een enthousiast stemgeluid en helderblauwe ogen, verder. “Soms kom ik hier binnen en dan zegt het atelier: ‘Wat doe jij hier?’ Dan denk ik: ‘Ja, je hebt gelijk’. En dan ga ik weer naar huis. Ik denk er niet eens meer over na, ik ga gewoon. Want alles wat ik dan toch zou schilderen, zou geforceerd zijn. Dan kom ik de volgende dag hier en kan ik het opnieuw doen. In die valkuil ben ik onlangs weer gestapt met een schilderij van Einstein. Het doek was goed, dacht ik, nog niet gesigneerd, maar klaar. Totdat ik de volgende dag hier binnen kwam en dacht: ‘Nee, het klopt niet.’ Mijn intuïtie had eerder aangegeven dat er bepaalde kleuren – donkergroen en goud – op voor zouden moeten komen. Die had ik niet gebruikt. Pas toen ik toegaf aan die intuïtie, was het schilderij echt af.”
Marcel begon al op zijn zesde met tekenen en schilderen, op het professionele vlak ging het hem al vanaf zeer jonge leeftijd voor de wind. Leraren waren wildenthousiast, hij won prijzen en kreeg al vroeg te maken met opdrachtgevers, zelfs uit het bedrijfsleven. Thuis had hij het minder gezellig. Met een berustende blik vertelt Marcel: “Mijn vader was militair en we woonden in Duitsland in een NATO-siedlung. Ik had te maken met psychisch en fysiek geweld en dus was er angst. Eenmaal thuis van school was ik bang voor mijn moeder en als ik de sleutel in het slot hoorde draaien, was ik weer bang, want dan kwam mijn vader. Dat was jammer, want ik zag bij vriendjes natuurlijk wel hoe harmonieus het gezinsleven ook kan zijn. Hoewel… je weet natuurlijk niet hoe het er daar aan toe ging op het moment dat ik de deur achter me dicht trok. (lacht). Maar naarmate ik ouder werd besefte ik dat mijn ouders gewoon zijn wie ze zijn. Ik heb veel respect voor ze, maar het was ook belangrijk dat ik het verwachtingspatroon dat ik van hen had, losliet. Zij zijn ook maar een product van hun geschiedenis en opvoeding. Ik neem hen niets kwalijk waardoor ik een bepaalde boosheid kon afschudden. Dat ik op een gegeven moment bij mijn oom en tante in Nederland ben gaan wonen om de Havo in Nederland te kunnen doen, heeft dat besef ook enorm geholpen. Dat was een leuke tijd, er ging een wereld voor me open. Eerst was duisternis, toen het licht. Ik had het allemaal nodig om te kunnen groeien, want het licht bestaat bij de gratie van duisternis. Je kunt positiviteit ook alleen maar voelen als je weet wat negativiteit is. En dus is het uiteindelijk allemaal goed.”
Na de Havo en het Atheneum ging Marcel naar de Academie voor Industriële vormgeving in Eindhoven. Hij wilde auto-ontwerper worden en kwam al gauw in contact met die wereld. Hij begon te illustreren voor een automagazine, ontwierp allerlei onderdelen voor auto’s en bouwde zelfs een compleet showmodel voor Citroën. Toch wilde Marcel daarin niet verder. Hij zegt stellig: “Ik vind schilderen gewoon nét iets leuker. Bij het schilderen hoef je geen rekening te houden met ergonomie, esthetica en functionaliteit, laat staan veiligheidseisen waaraan de auto’s van nu moeten voldoen. Mijn pad ging dus een andere kant op.” Vijf en een half jaar lang gaf hij daarna één dag per week les in Product Design op de Universiteit van Aken, in Duitsland. Hoewel hij ook daar veel plezier aan beleefde, stopte hij ermee. Marcel: “De reis- en voorbereidingstijd kostten me zoveel tijd dat ik bijna niet meer schilderde. Vaak dacht ik aan het eind van zo’n dag: ‘Mooi, dan ga ik morgen schilderen’. Nou, niet dus. Want ik was kapot. En de dag erop ook. De dag daarop moest ik weer beginnen met voorbereiden van de volgende les. Dus in zo’n week schilderde ik misschien twee dagen. Ik weet nog goed dat ik op een goede dag met mijn partner Ina op een verlaten strandje in Griekenland zat. Op een gegeven moment liep ik de zee in, zon op mijn kop en het koele water tegen mijn benen en ik zei tegen de zee: ‘Ik weet het niet meer, zeg jij het maar’. Want ik moest kiezen tussen allemaal leuke dingen. De gedachte: ‘Eigenlijk wil ik alleen nog maar schilderen’ kwam daar bij me binnen. Nou, dat vond ik doodeng! Dat had overigens niets met de financiën te maken, want zelfs op dat moment kon ik al goed van mijn kunst leven.”
Nu hij fulltime schildert, gaat het beter dan ooit met Marcel. De opdrachten stromen binnen en hij kan kiezen aan welke expositie hij tijd wil besteden en welke hij laat zijn. Zijn succes verklaart hij als volgt: “Ik geloof in mezelf en ik ben er best trots op dat ik dat tegenwoordig van mezelf mag denken. De hele wereld kan tegen je zeggen dat je goed kunt ontwerpen en schilderen en dat je een fijn mens bent of wat dan ook. Maar je moet het zelf ook vinden en voelen, dan straal je dat ook uit. Daarmee creëer je de ruimte die nodig is om succesvol te kunnen zijn. Ik geloof dat je je lotsbestemming zelf bepaald. Als jij vandaag besluit om schoorsteenveger te worden, dan verandert je wereld acuut, nu. Zo’n besluit komt vanuit jezelf opborrelen en soms wordt je iets aangereikt waardoor je op ideeën gebracht wordt. Alles wat bij schoorsteenvegen komt kijken, komt dan in je leven. Omdat je uitstraalt wie of wat je wilt zijn, trek je dingen aan die daarbij horen. Als je er niet helemaal in gelooft, of je ziet er tegenop of je denkt: ‘Poeh, dat wordt een lange weg’, dan zend je dat uit. Waardoor je dat ook terug ontvangt. En dus onbewust of bewust ook weer je eigen lot bepaalt. Soms begint de reis zelfs helemaal niet, omdat je niet gelooft dat het jou kan gebeuren. Het is mooi dat steeds meer mensen erachter komen dat de sky echt de limit is en dat je vooral moet gaan voor wat je écht leuk vindt in het leven. Vaak heeft dat te maken met het talent dat je hebt gekregen. Ik vind het leuk om over dit soort dingen te praten en voel, met name bij jongeren, veel interesse! Die stellen ook vragen zonder scepsis en zijn veelal geboeid door ‘het verhaal’ dat ik ze vertel. Ze zien dat zelfs een kunstschilder, ook in deze tijd van crisis – waar we collectief veel te veel aandacht aan geven waardoor de angst groeit – heel succesvol kan zijn. Nota bene omdat hij gelooft dat je in het leven moet doen wat je het leukst vindt, want daar ben je het beste in.”
Op de vraag of hij in God gelooft, zegt Marcel: “Ja,ik noem het Het Universum, of gewoon ‘Het’. Het is alles en Het is niets. En om iets te ervaren heeft Het zich voor een gedeelte afgesplitst en dat zijn wij. Als wij verdriet voelen, voelt Het dat ook. En als wij happy zijn, kan Het ook Happinez voelen. Het is geen wraaknemende creatuur zoals de schrijvers van de Bijbel er in veel gevallen van gemaakt hebben. ‘Het’ heeft juist geen oordeel. Het wil slechts ervaren. In het leven werkt het heel simpel: als jij negatieve energie uitzendt, dan krijg je dat terug. En als je blij bent, krijg je dat ook terug. Angst daarentegen maken we zelf. Angst is eigenlijk een illusie. Alles wat je aandacht geeft groeit. Dus ook angst. Maar liefde groeit net zo hard, of misschien wel harder, als je liefde aandacht geeft. Om mooie dingen te creëren is het dus vooral zaak om naar mooie dingen te kijken. ”
Marcel is nog steeds gek op mooie auto’s en daarop krijgt hij nogal eens kritiek. Schouderophalend zegt hij: “Mooie dingen zijn gewoon synoniem voor spiritualiteit. Vroeger waren er mooie paarden als vervoermiddel, nu zijn er Porsches. Mijn waarheid is dat je hier bent voor vreugde en liefde. Als mijn vreugde en liefde eruit bestaat me te omringen met fijne mensen en mooie dingen dan mag dat. Daar zit niets negatiefs aan. Als iemand z’n duim opsteekt als hij mij in de Porsche langs ziet rijden, dan is dat ook spiritualiteit. Diegene krijgt daarmee een momentopname van mij, net als een schilderij. Of je het wilt of niet, mijn liefde zit echt in die auto én in die verf op dat doek. Als mensen blij worden van die beelden, dan worden ze eigenlijk ook blij van mij. Daar word ik weer blij van, dan heb je die wisselwerking. Dat is mijn applaus, dat is mijn rijkdom. Ik ben me er regelmatig van bewust dat mijn Porsche speciaal voor mij in elkaar is geschroefd, door mensen die geboren zijn om hem in elkaar te schroeven zodat ik er nu vreugde aan beleef. En als iemand anders die auto niet als een mooi kunstwerk ziet, maar alleen als praktisch ding, dan is dat ook goed. De kunst is om een ander jouw waarheid niet op te dringen. Hier in het dorp wordt er heus over me gekletst, maar uiteindelijk wordt het ook wel geaccepteerd: ‘Ja, dat is Marcel, die houdt van mooie dingen.’ Ze wennen er wel aan.”
Vogels, gesprekken en de natuur inspireren de kunstenaar. Lachend vertelt hij: “Ik rijd wel eens motor met een groepje mannen en die gozers rijden van bocht naar bocht en ik van koetje naar schaapje naar eikenboom. Dan staan ze weer bij een kruispunt te wachten, zo van: ‘Hèhè, daar komt-ie eindelijk aan hoor’. Ik roep dan: ‘Heb je die wolken gezien?’ En dan zeggen zij: ‘Wolken? Heb je die bocht gezien?’ En dan zeg ik: ‘Bocht?’ (lacht). Ik word weleens gezien als ‘De dwaas in de soms vijandige wereld’ omdat ik mijzelf elke dag opnieuw uitvindt, ook in het schilderen, en dus elke dag met een nieuwe creatieve reis begin. Dat bereik ik vooral door de dag blanco – verwonderd als een kind – te beginnen. Zo kan ik in het Nu zijn en dankbaar voor alles wat zich aandient.”
“Ik raak ook geïnspireerd als ik zie wat mijn werk met mensen doet,” gaat Marcel verder. “Laatst kwam hier een jong, stoer echtpaar en die wilden een van mijn schilderijen eerst eens mee naar huis nemen om te zien hoe het staat. Ze twijfelden of het niet te groot was. Ik leende het hen en zei erbij: ‘Als het niet goed is, ben ik ook blij als het weer terug komt hoor. Ik wil niet dat je het koopt als je er niet blij mee bent. Daar slaap ik echt niet van. Dan heb ik ook geen enkel plezier van het geld dat ik ervoor krijg’. Op een gegeven moment belde die man op. Ze hadden het schilderij opgehangen, hij had er stiekem natte ogen van gekregen en was naar de keuken gelopen om dat voor zijn vrouw te verbergen. Toen hij terug in de kamer kwam, stond zij te grienen. Dus toen hebben ze tegen elkaar gezegd: ‘Als dat schilderij ons zóveel doet, moeten we het gewoon kopen’. Ik krijg nu nog sms’jes van ze over hoe prachtig het erbij hangt. Nou, daar word ik zó blij van… ”
Even voorstellen:
Hoewel Marcel Bastiaans (52) al zijn hele leven tekent en schildert, koos hij in 2006 – na een aantal zeer lucratieve bijbanen als docent en designer – exclusief voor zijn grote liefde: de schilderkunst. Hij exposeert al jaren zeer verdienstelijk in binnen- en buitenland en zijn stijl, die hij zelf ‘emotioneel realisme’ noemt, valt het beste te omschrijven als dichtbij de natuur, kleurrijk en zeer herkenbaar. Kijk voor een impressie van het werk en exposities van Marcel Bastiaans op deze site.
No comments yet.