Het geluid van de stilte

Auteur Lisette Thooft zal met enige regelmaat bijdragen leveren aan Soulwoman. Hier een mooi artikel van haar hand, over stilte

Moet het stil zijn om je heen voordat je innerlijk tot rust kunt komen? Het helpt wel. Maar het is ook andersom: als je innerlijk stil wordt, geniet je meer van uiterlijke stilte. Lawaai is een uiting van het ego. De weg naar die stilte is aandacht.
Tekst: Lisette Thooft

Ik herinner me een krantenbericht, jaren geleden, over monniken die protesteerden tegen de aanleg van een grote autoweg vlakbij hun klooster. Zij hadden hun leven gewijd aan stilte en contemplatie, zeiden ze, en dat ging niet samen met constant verkeerslawaai. Ik weet niet hoe het is afgelopen – de weg is er vast gekomen, denk ik. Hopelijk hebben de monniken tenminste een geluidswal gekregen. Ik weet nog wel dat ik over het bericht liep te peinzen. Zou je als monnik niet in staat moeten zijn om de herrie van buiten te overstijgen? Een béétje heilige kan toch overal tot innerlijke stilte komen, zelfs in het hardste lawaai? Maar ja, monniken zijn geen heiligen, het zijn gewone mensen die hoogstens een heel klein beetje minder on-heilig proberen te worden, door zich af te zonderen van de wereld.

Moet het stil zijn om je heen wil je kunnen mediteren? En andersom, wat doet stilte met je? Lang niet iedereen houdt van stilte. Er bestaan ongemakkelijke stiltes, die vallen als je niet weet wat je moet zeggen en de anderen weten het ook niet. Samen stil zijn is lastig, behalve wanneer je het met elkaar afspreekt, voor een gezamenlijke meditatie of iets dergelijks. Doorgaans kletsen mensen elkaar de
oren van het hoofd. Ik heb eens een boswandeling gemaakt met een vriend die na afloop zei: “Bedankt dat je je mond hield. Het was heerlijk om me te kunnen concentreren op de stilte hier.”

Absolute stilte bestaat niet; er is altijd wel een geluid of een geruis op de achtergrond te horen. Zelfs in een doodstil huis hoor je af en toe iets kraken, je hoort de koelkast aanslaan of de verwarmingsbuizen borrelen. Buiten zijn er altijd natuurgeluiden te horen, al is het maar de wind, de vogels en het zoemen van insecten. Of het verre gebrom van een vliegtuig. Dat soort geluiden maken de stilte eigenlijk alleen maar dieper.

Het dichtst bij absolute stilte kom je in een floating tank, een afgesloten bad met heel zout water waarop je blijft drijven, waar je in het pikkedonker en in totale stilte tot rust kunt komen. Ik heb het wel eens gedaan. Het was even wennen, maar ook wel erg ontspannend. Absoluut stil was het echter niet. Ik hoorde voortdurend een zacht maar toch heel duidelijk geruis, dat in mijn eigen oren leek te zitten. De meeste mensen hebben dat. Luister maar – zet de radio uit, je computer, de televisie, zorg dat het zo stil mogelijk is in de kamer, en luister of je het zachte ruisen kunt horen. Meestal is het er ineens, heb je  het plotseling te pakken. Misschien lijkt het meer op een hoge maar omfloerste fluittoon, of een ijl suizen.

‘Suizologie’ noemt de spirituele leraar Jan van Delden het luisteren naar dit constante geluid in je oren. Hij beveelt het aan als spirituele oefening: het is het geluid van de stilte. Als je jezelf traint om je aandacht daarop te richten, wordt de woelige wereld om je heen minder bedrukkend, minder zwaar. “Net zoals de achtergrond wazig wordt als je naar een druppel op een ruit kijkt, hou je de gekende wereld
op afstand door de stilte aandacht te geven,” schrijft Van Delden op zijn website. “Kijk of de ruis van de stilte er is als je je tanden poetst, de afwas doet of welke handeling dan ook verricht.”

In het Oude Testament, in 1 Koningen 19, kunnen we al lezen over dit geluid van de stilte. De profeet  Elia komt in directe aanraking met God. Eerst verschijnt er een grote, krachtige windvlaag, die de bergen splijt en de rotsen aan stukken slaat –  maar God is niet in die windvlaag. Dan komt er een aardbeving – en God is niet in de aardbeving. Vervolgens komt er vuur – God is ook niet in het vuur. Ten slotte klinkt ‘het gefluister van een zachte bries’. Andere bijbelvertalingen hebben hier bijvoorbeeld: ‘de stem van een zachte stilte’, ‘van een dun zwijgen’, of  ‘van verfijnde stilte’. Dán weet Elia dat hij tegenover God staat. Ook in de islam bestaat dit idee. Allah heeft negenennegentig namen. Zijn honderdste naam is  een geheim: het is de naam van de stilte, die niemand kan uitspreken.

God is in de stilte en om God te vinden, moet je zelf ook stil worden van binnen. “Wees stil en weet dat ik God ben,” is een klassieke vertaling van psalm 46, regel 10. “Staak uw strijd en erken mij als God” is een modernere vertaling, maar dat komt eigenlijk op hetzelfde neer. Want de dagelijkse strijd om het bestaan is wat ons innerlijk in beroering houdt, wat ons lawaaierig maakt van binnen. Het is het ‘zelf’, het ego, dat voortdurend aan het kakelen is, dat overal iets op te zeggen heeft en zijn mond niet kan houden. Voortdurend is er een soort innerlijke strijd gaande in het denken. Staak die strijd, richt je op de stilte, en je komt God tegen.
Het is niet nodig om al die stemmen van het zelf met geweld het zwijgen op te leggen – dat lukt toch  niet. Wat je wel kunt proberen, is je aandacht bewust verleggen naar de stilte erachter, het zachte suizen.

Eens heb ik in een meditatie een indrukwekkende ervaring gehad die me duidelijk maakte wat innerlijke stilte kan zijn, en ook wat het niet is. Het was tijdens een seminar van de spirituele leraar Barry Long. Ik had in de pauze door het park gewandeld van het conferentiecentrum waar het seminar gehouden werd, en ik had een tijdje aan een klein natuurvennetje zitten genieten van de zon en het water. Na de pauze gingen we weer gezamenlijk in meditatie, onder leiding van Long. Een stilte kwam over me die van buitenaf leek te komen, alsof ik er zelf niets mee te maken had. Het was alsof ik door mijn gedachten heen zakte en terechtkwam in een diepere, stillere laag. Het leek nog het meest op dat vennetje waar ik naar had zitten kijken. Eigenlijk was het daar helemaal niet stil: overal waren allerlei subtiele beweginkjes en geluidjes. De blaadjes aan de bomen ritselden, insecten fladderden, het water flonkerde, kleine beestjes schoten erover heen. Maar al dat geluid en al die beweging waren maar oppervlakkig – het vennetje zelf ademde een diepe stilte. Zo was het ook in mij. Aan de oppervlakte gingen mijn gedachten gewoon door, fladderend en vluchtig rondzoemend, maar dat gaf helemaal niet. ‘Ik’ was zelf ergens anders met mijn aandacht, in een andere ruimte, een stilte die daaronder lag. Sindsdien weet ik dat je niet hoeft te proberen dat gekakel daarbinnen stil te zetten. Je kunt wel je aandacht ervan af halen en richten op iets anders, iets diepers en stillers. Zo’n bijzondere stilte-ervaring heb ik na die ene meditatie nooit meer gehad. Maar het zachte suizen in mijn oren is er altijd om naar te luisteren.

Luisteren is sowieso een goede spirituele oefening, en speciaal geschikt voor vrouwen omdat die van  nature gespitst zijn op subtiele geluiden. Je hoort het als vrouw meestal direct wanneer je baby ’s nachts begint te huilen, de stem van je geliefde anders klinkt dan anders, of het water kookt. Je kunt ook telkens wanneer je eraan denkt, luisteren naar achtergrondgeluiden waarop je normaal niet zou letten: zachte stommelgeluiden in huis of bij de buren, fietsbanden die over een natte weg gaan, flarden van gesprekken die je opvangt, het suizen van een computer. Telkens als je dat doet, voed je de stilte in jezelf. Je richt je aandacht namelijk bewust op het luisteren.

Aandacht is de weg naar de stilte. Zolang je aandacht versnipperd is, verstrooid en afgeleid door alles wat je ‘zelf’ bedenkt, alles wat je nog moet doen, wat je verwacht, wat je wilt of hoopt of vreest, ben je niet stil van binnen maar fladder je rond in het normale gewoel en gedoe van de wereld. Zodra je je aandacht bewust richt op luisteren, alleen maar luisteren, zonder commentaar, zak je naar een diepere
laag. Zo’n luisteroefening is natuurlijk minder geschikt om te doen in een disco met keiharde technobeat,  of in een vliegtuig met bulderende motoren, of een andere plaats waar heel veel harde herrie is… Lawaai en aandacht voor subtiele geluiden gaan nou eenmaal niet goed samen. Mensen die dikwijls luisteren naar hun innerlijke stilte, zullen daarom steeds meer proberen om dergelijke herrieplekken te vermijden.
Langzaam maar zeker merk je zelfs dat je een rustiger leven gaat leiden, met minder opwinding, minder drama, minder lawaai. De stilte vind je niet meer saai; integendeel, het is een vriend geworden, een thuis.

Er zijn nog andere manieren om van binnen stil te worden. De schrijver Yann Martel, auteur van het  weergaloze boek Het leven van Pi, startte vorig jaar een politiek kunstproject. De minister-president van zijn land, Canada, krijgt om de veertien dagen een mooi boek uit de wereldliteratuur van hem, met een  begeleidende brief. Martel vindt namelijk dat de minister-president moet worden opgevoed: Canada besteedt volgens hem veel te weinig geld aan kunst. En volgens Martel is kunst even belangrijk als religie, omdat beide erin slagen ons stiller te maken van binnen. “Om een boek te lezen,” schrijft hij op zijn website, “moet je innerlijk stil zijn. Om een concert te horen, een toneelstuk of een film te zien, om naar een schilderij te kijken, moet je van binnen stil zijn. Religie werkt ook met stil worden, door  gebed en meditatie. Net als kijken naar een roerloos meertje, dat je makkelijk aan het mijmeren brengt, nietwaar? Het lijkt wel of het leven zelf wacht op zulke momenten van stilte om aan de rand van ons bewustzijn te verschijnen en ons in het oor te fluisteren: ‘Hier ben ik. Wat denk je?’ Daarna krijgen we het  weer druk en de stilte verdwijnt, en dat merken we niet eens doordat we ons laten misleiden door onze eigen drukte. We denken dat het belangrijk is wat we doen, hoe drukker hoe belangrijker. Dus we werken, werken, werken en we gaan maar door, zo snel als we kunnen. Soms zeggen we hijgend tegen onszelf: ‘Goh, wat gaat het leven toch hard.’ Maar dat is helemaal niet waar, het is juist omgekeerd: het leven is stil. Wij zijn het die hard voorbij gaan.”

Stil worden van binnen vertraagt je levenstempo, en aandacht voor kunst is dus ook een manier om dat te bereiken. Een boeiende tentoonstelling, een prachtig boek, een film die je meesleept – kunst doet met  je wat meditatie ook doet. Je aandacht staat op scherp en is niet gericht op je dagelijkse beslommeringen, maar op iets dat je eigen leven overstijgt. Het geeft verdieping aan je dagelijkse bestaan, en maakt af en toe dat je het fluisteren van het leven zelf kunt horen.

***

Tags: , , , , , , , ,

No comments yet.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.